/ 30/06/2021
Koninklijk besluit houdende vaststelling van de kenmerken van de interventiekledij gebruikt door de hulpverleners actief binnen de dringende geneeskundige hulpverlening
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
26 JANUARI 2018. – Koninklijk besluit houdende vaststelling van de kenmerken van de interventiekledij gebruikt door de hulpverleners actief binnen de dringende geneeskundige hulpverlening
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, artikel 1, derde lid, vervangen bij de wet van 22 februari 1998;
Gelet op de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;
Gelet op de hoogdringendheid van onderhavig koninklijk besluit met betrekking tot de veiligheid van de Staat en terrorismebestrijding Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 17 oktober 2016;
Gelet op advies 62.244/2 van de Raad van State, op 25 oktober 2017 gegeven met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel, artikel 6bis, gewijzigd door het koninklijk besluit van 18 juli 2002.
Overwegende dat onderhavig koninklijk besluit zal voorgelegd worden aan de Europese Commissie in overeenstemming met de Europese Richtlijn 2015/1535 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;
Op voordracht van de Minister van Volksgezondheid en de Minister van Binnenlandse zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Onderhavig besluit bepaalt de vereisten waaraan de interventiekledij moet voldoen voor de personen die actief zijn in de Dringende Geneeskundige Hulpverlening bedoeld in artikel 1 van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening.
Art. 2.De interventiekledij mag enkel bestaan uit volgende kleuren: geel, conform met EN 20471 en enamel blauw, pantone 18-4733 TCX.
Art. 3.De interventiekledij is samengesteld uit een combinatie van volgende onderdelen: parka met zomerjas, broek, T-shirt of polo en kazuifel.
De samenstelling van de interventiekledij moet voldoen aan de zichtbaarheid klasse 3, zoals beschreven in EN20471 betreffende hoge zichtbaarheidskleding.
Art. 4.De draagvoorschriften en de specificaties waaraan de verschillende onderdelen, beschreven in artikel 3, 1e lid, minimaal moeten voldoen, worden beschreven in bijlage 1.
Art. 5.Het gebruik van de “Star of Life” op de interventiekledij, zoals opgenomen in bijlage 2, is uitsluitend voorbehouden voor de personen die de geneeskunde, de verpleegkunde en het beroep van hulpverlener-ambulancier mogen uitoefenen overeenkomstig de hoofstukken 2, 4 en 6 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.
Art. 6.De interventiekledij van de personen bedoeld in artikel 1 dient aan deze regelgeving te voldoen binnen de periode van vier jaar na de publicatiedatum in het Belgisch Staatsblad.
Art. 7.De Ministers die respectievelijk Volksgezondheid en Binnenlandse Zaken onder hun bevoegdheid hebben, zijn elk verantwoordelijk voor de uitvoering van de regelgeving voor zover hun bevoegdheden strekken.
Gegeven te Brussel, 26 januari 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Volksgezondheid, M. DE BLOCK
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 26 januari 2018 houdende vaststelling van de kenmerken van de interventiekledij gebruikt door de hulpverleners actief binnen de Dringende Geneeskundige Hulpverlening.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Volksgezondheid, M. DE BLOCK