Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de oprichting en de werking van de Permanente Overlegcommissie inzake niet-dringend ziekenvervoer

FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

24 JANUARI 2019. – Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de oprichting en de werking van de Permanente Overlegcommissie inzake niet-dringend ziekenvervoer

De vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en Wij het College bekrachtigen en bekondigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze decreet regelt, krachtens artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid als bedoeld in artikel 128 ervan.

Art. 2.Instemming wordt verleend met het samenwerkingsakkoord van 25 oktober 2018 tussen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de oprichting en de werking van de Permanente Overlegcommissie inzake niet-dringend ziekenvervoer.

Brussel, 11 januari 2019.

De Voorzitster De Secretaris De Griffier Brussel, 24 januari 2019.

Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie : F. LAANAN, Voorzitster van het College C. JODOGNE, Lid van het College belast met de Gezondheid

Samenwerkingsakkoord tussen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de oprichting en de werking van de Permanente Overlegcommissie inzake niet-dringend ziekenvervoer, Gelet op de artikelen 1, 39, 128, 134, 135 en 138 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 92bis, § 1, ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 22 februari 2018 van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de organisatie van het niet-dringend ziekenvervoer, Gelet op de ordonnantie van 21 maart 2018 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de organisatie van het niet-dringend ziekenvervoer, Overwegende dat een doeltreffend en functioneel georganiseerd niet-dringend ziekenvervoersbeleid van dien aard is dat het de inachtneming van het welzijn van de patiënten, alsook van hun fysieke en morele integriteit, waarborgt.

Gelet op de dwingende noodzaak om het in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad gevoerde beleid te coördineren, met name tussen de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;

Gelet op de dwingende nood aan doeltreffend overleg tussen de vertegenwoordigers van de sector betrokken bij het niet-dringend ziekenvervoer;

Gelet op het nut om, voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, te beschikken over geharmoniseerde adviezen en aanbevelingen betreffende de sector van het niet-dringend ziekenvervoer;

De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door de leden van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, de heer Didier Gosuin en de heer Guy Vanhengel, De Franse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door haar College, in de persoon van mevrouw Cécile Jodogne, minister van Gezondheidsbeleid, Hierna de partijen bij de overeenkomst genoemd, zijn overeengekomen wat volgt :

Artikel 1.§ 1. De partijen hechten hun goedkeuring aan de oprichting van een enige permanente overlegcommissie, zoals bedoeld in artikel 10 van het decreet van 22 februari 2018 betreffende de organisatie van het niet-dringend ziekenvervoer en artikel 10 van de ordonnantie van 21 maart 2018 betreffende de organisatie van het niet-dringend ziekenvervoer. § 2. De permanente overlegcommissie zoals bedoeld in paragraaf 1 beschikt niet over rechtspersoonlijkheid.

Ze werkt onder de gezamenlijke auspiciën van de twee partijen die het akkoord ondertekend hebben.

Art. 2.De regels voor de samenstelling en de werking van de permanente overlegcommissie zullen bepaald worden door het Verenigd College en het College van de partijen van het akkoord, via een uitvoerend samenwerkingsakkoord, zoals bedoeld in artikel 92bis, § 1, lid 3, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.

Art. 3.Dit samenwerkingsakkoord treedt in werking op de dag van inwerkingtreding van het voornoemde decreet en de voornoemde ordonnantie.

Brussel, 25 oktober 2018.

Voor het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, D. GOSUIN G. VANHENGEL Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie : De Minister van Gezondheidsbeleid, C. JODOGNE