Naar een oplossing voor intermediaire ziekenwagens

Ons land heeft drie types ambulances, vastgelegd in het protocolakkoord inzake patiëntenvervoer van 27 maart 2017:

  • Ziekenwagens in de Dringende Geneeskundige Hulpverlening (DGH): geel van kleur met prioritaire signalen.
  • Intermediaire ziekenwagens die occasioneel voor DGH ingezet worden: wit van kleur met prioritaire signalen.
  • Ziekenwagens niet-dringend patiëntenvervoer: wit van kleur zonder prioritaire signalen.

Op 22 maart 2024 werd het Protocolakkoord over de intermediaire ambulances, ondertekend door de Federale Overheid en de Overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet. Dit akkoord komt zeven jaar na dat van 27 maart 2017, dat drie types ambulances definieerde, waaronder de intermediaire ambulances.

In de afgelopen zeven jaar hebben verschillende ziekenwagendiensten activiteiten ontwikkeld die het gebruik van ambulances met prioritaire signalen vereisen. Deze diensten werken vaak nauw samen met ziekenhuizen, in het bijzonder voor het vervoer van patiënten die “niet-dringend” maar tijdkritiek zijn, en die niet onder de wet van 8 juli 1964 inzake dringende geneeskundige hulpverlening vallen. Dit type vervoer, dat vaak de begeleiding van een verpleegkundige of arts vereist, is van vitaal belang voor de gezondheidszorg. Intermediaire ambulances spelen momenteel een cruciale rol in het veilig en efficiënt vervoeren van patiënten tussen verschillende zorginstellingen. Ambulancediensten die momenteel tijdskritiek patiëntenvervoer uitvoeren, moeten dit kunnen blijven doen met een strikte controle op het gebruik van prioritaire signalen. In het kader van het protocolakkoord van 22 maart 2024 is het noodzakelijk om een alternatief te voorzien voor de eis van een 112-permanentie. Dit alternatief stelt de ambulancedienst in staat om zijn capaciteit om een kwaliteitsvolle dienstverlening te leveren aan te tonen.


Wat moet de volgende Brusselse regering doen voor het niet-dringend patiënten vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Het belang van patiëntenvervoer

Patiëntenvervoer is cruciaal in de keten van continue zorg, in tegenstelling tot het simpele vervoer van personen. Dit onderscheid is essentieel omdat patiëntenvervoer toezicht vereist om ononderbroken zorg te garanderen. Vervoersmiddelen zoals taxi’s, UBER, of TEC die door patiënten worden gebruikt, vallen niet onder dit kader. De continuïteit van zorg is onmisbaar voor de veiligheid en kwaliteit van de zorg die aan patiënten wordt geboden tijdens vervoer per ziekenwagen of in een ‘lichte’ ziekenwagen, ook VSL (Véhicule Sanitaire Léger) genoemd.

Evolutie van het ziekenhuislandschap

De evolutie van het ziekenhuislandschap zal ook een impact hebben op het patiëntenvervoer, enerzijds door een steeds grotere specialisatie met een verdeling van activiteiten, en anderzijds door de toename van thuiszorg, wat een potentieel effect kan hebben op het patiëntenvervoer.

  1. UITBREIDING HANDELINGEN AMBULANCIERS NIET-DRINGEND PATIËNTENVERVOER

Om de kwaliteit en betaalbaarheid van het niet-dringend patiëntenvervoer te optimaliseren, is het belangrijk om de rol en verantwoordelijkheden van de ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer te versterken. Dat kan door hun lijst met handelingen en technische prestaties (KB 14 mei 2019) uit te breiden met het:

  • meten van parameters: niet-invasieve metingen en gestructureerde overdracht van parameters over diverse biologische functies (zoals bloeddruk, hartslag, ademhaling, saturatie, temperatuur) en dus hanteren van onderzoeksapparatuur voor diverse functionele stelsels; de bloedsuikerspiegel meten door capillaire bloedafname;
  • opvolgen en vervoeren van patiënten met een infuus of met een veneuze katheter, op voorwaarde dat het een infuus is zonder toegevoegde medicatie en het infuus voorzien is van een druppeldebietregelaar en zonder extra technische bijstand (zoals een spuitpomp) druppelt tijdens het vervoer van de patiënt;
  • gebruiken van een beademingsballon in het kader van een reanimatie, het toedienen van zuurstof via de beademingsballon volgens een door een arts vooraf gevalideerde procedure in afwachting van de ondersteuning van de 112;
  • aspireren van mond- en keelholte (niet voorbij de larynx);
  • initiëren van het toedienen van zuurstof volgens een door een arts vooraf gevalideerde procedure in afwachting van de ondersteuning van de 112;
  • begeleiden van patiënten met een niet-acuut psychiatrisch profiel (vervoer psychiatrisch centrum naar een algemeen ziekenhuis voor bijvoorbeeld consultatie).
  1. OPSTARTEN VAN EEN SOLIDAIRE EN PUBLIEKE FINANCIERING

Patiëntenvervoer speelt een cruciale rol in de Brusselse gezondheidszorg, maar is niet voor iedereen financieel toegankelijk of zal dat niet blijven. Momenteel vergoeden de verzekeringsinstellingen (VI’s) niet-dringend patiëntenvervoer aan verzekerden via hun aanvullende verzekering. De plafonds die de VI’s hebben vastgesteld voor de aanvullende verzekering bereiken hun grenzen, waardoor verzekerden gedwongen worden zelf een hoger aandeel te betalen. Deze verhoging van het eigen aandeel brengt de toegankelijkheid in gevaar.

Om de betaalbaarheid van het niet-dringend patiëntenvervoer in Brussel, als essentiële schakel in de zorgketen, te garanderen, is het noodzakelijk dat de Brusselse overheid een deel van deze kosten voor haar rekening neemt. Deze vraag van publieke en solidaire financiering wordt ook aan de nieuwe regeringen van Vlaanderen en Wallonië voorgelegd, met als gemeenschappelijk principe dat 75 % van de kosten van niet-dringend patiëntenvervoer door de overheid moet worden gedragen.

Ter informatie: in Vlaanderen werd een financieringsaanvraag van 41 miljoen euro ingediend door de verschillende betrokken actoren: ambulancediensten, ziekenhuizen en mutualiteiten.

  1. OPLOSSING VOOR DE INTERMEDIAIRE ZIEKENWAGENS

Op 22 maart 2024 werd het Protocolakkoord over de intermediaire ambulances, ondertekend door de Federale Overheid en de Overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet. Dit akkoord komt zeven jaar na dat van 27 maart 2017, dat drie types ambulances definieerde, waaronder de intermediaire ambulances.

In de afgelopen zeven jaar hebben verschillende ziekenwagendiensten activiteiten ontwikkeld die het gebruik van ambulances met prioritaire signalen vereisen. Deze diensten werken vaak nauw samen met ziekenhuizen, in het bijzonder voor het vervoer van patiënten die “niet-dringend” maar tijdkritiek zijn, en die niet onder de wet van 8 juli 1964 inzake dringende geneeskundige hulpverlening vallen. Dit type vervoer, dat vaak de begeleiding van een verpleegkundige of arts vereist, is van vitaal belang voor de gezondheidszorg. Intermediaire ambulances spelen momenteel een cruciale rol in het veilig en efficiënt vervoeren van patiënten tussen verschillende zorginstellingen. Ambulancediensten die momenteel tijdskritiek patiëntenvervoer uitvoeren, moeten dit kunnen blijven doen met een strikte controle op het gebruik van prioritaire signalen. In het kader van het protocolakkoord van 22 maart 2024 is het noodzakelijk om een alternatief te voorzien voor de eis van een 112-permanentie. Dit alternatief stelt de ambulancedienst in staat om zijn capaciteit om een kwaliteitsvolle dienstverlening te leveren aan te tonen.

  1. GEBRUIK VAN DE BIJZONDERE OVERRIJDBARE BEDDING VOOR NIET-DRINGEND PATIËNTENVERVOER

Het gebruik van de bijzondere overrijdbare bedding (‘bus- en taxistroken’) voor niet-dringend patiëntenvervoer (ziekenwagens en ‘lichte’ ziekenwagens of ‘VSL’) biedt diverse voordelen en verdient verder ondersteuning om de efficiëntie en kwaliteit van de gezondheidszorg te verbeteren, in Brussel en in de rest van het land. Enkele argumenten om dit te ondersteunen:

  • Snellere doorstroming: het gebruik van de bijzondere overrijdbare bedding stelt ziekenwagens in staat om efficiënter door het verkeer te manoeuvreren, vooral tijdens piekuren. Hierdoor wordt de reistijd naar het ziekenhuis aanzienlijk verkort, wat cruciaal is voor patiënten die bijvoorbeeld nierdialyse nodig hebben en tijdig moeten beginnen met hun levensnoodzakelijke behandeling.
  • Korte reistijden voor de patiënten die daar het meeste baat bij hebben: patiënten die per ziekenwagen worden vervoerd, bevinden zich over het algemeen in een minder gunstige gezondheidstoestand dan wanneer ze per taxi zittend worden vervoerd. Taxi’s kunnen nog gebruik maken van bus- en taxistroken, daardoor zijn de meest kwetsbare patiënten langer onderweg naar het ziekenhuis.
  • Kostenbesparing: Door snellere reistijden en efficiënter gebruik van middelen kunnen kostenbesparingen worden gerealiseerd in het niet-dringend patiëntenvervoer. Dit kan uiteindelijk resulteren in lagere tarieven voor patiënten of de stijging van de tarieven in de loop van de tijd beperken.
  1. MAATREGELEN OM TOEKOMSTIGE INVESTERINGEN IN MILIEUVRIENDELIJKE VOERTUIGEN NIET-DRINGEND PATIËNTENVERVOER MOGELIJK TE MAKEN

Om een realistische overgang naar een milieuvriendelijker wagenpark van ziekenwagens en ‘lichte’ ziekenwagens (VSL) te realiseren, moeten twee grote obstakels worden overwonnen: een technisch en een financieel. Beide aspecten vergen tijd, daarom is het noodzakelijk om de sector van niet-dringend patiëntenvervoer op te nemen in de uitzonderingen op de verplichte elektrificatie. Om voldoende financiële middelen voor investeringen te garanderen, is het essentieel dat niet-dringend patiëntenvervoer toegang heeft tot professionele diesel. Dit zorgt ook voor een eerlijker speelveld, aangezien taxi’s, die gezondere personen naar het ziekenhuis vervoeren, ook professionele diesel mogen gebruiken. Deze maatregelen creëren ruimte om toekomstige investeringen te plannen voor een geleidelijke overgang naar milieuvriendelijkere voertuigen, zonder de kwaliteit van de zorg voor patiënten in gevaar te brengen. Deze aanpak beschermt de belangen van zowel de patiënten als de gezondheidssector tijdens deze overgangsperiode.

  1. INZETTEN OP SYNERGIËN TUSSEN NIET-DRINGEND PATIËNTENVERVOER EN DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING (112)

Als patiënten of aanvragers van patiëntenvervoer naar de mutualiteiten bellen wordt er nu bij een oproep een beknopte vragenlijst doorlopen om te verifiëren dat het niet handelt over een oproep die eerder valt onder de dringende geneeskundige hulpverlening (112). Echter, ook bij de noodcentrales 112 komen er niet-dringende oproepen binnen, maar zij kunnen niet doorverbinden naar het niet-dringend patiëntenvervoer, wat leidt tot oneigenlijk gebruik van de 112-middelen. Een aantal van deze ritaanvragen zijn niet

‘dringend’ maar dienen bijvoorbeeld soms wel binnen een bepaalde tijdspanne uitgevoerd te worden. Momenteel zijn hier echter nog geen veralgemeende gestandaardiseerde procedures voor opgesteld. Ondersteuning is nodig om de gesprekken over een gewestelijke dispatching, zoals voorzien in het Besluit Art. 19, te voeren en om synergiën met de DGH te ontwikkelen.


Wat moet de volgende Vlaamse regering doen voor het niet-dringend patiëntenvervoer in Vlaanderen?

Wanneer de verkiezingsbeloftes gemaakt zijn en de stemmen geteld, wordt gesleuteld aan een nieuwe regering. Dat is ook het moment waarop heel wat organisaties een memorandum (opnieuw) op tafel leggen. Dit document maakt alle standpunten en ideeën duidelijk aan politici. Het is een leidraad voor het beleid om sectoren te ondersteunen en vooruit te helpen. Het niet-dringend patiëntenvervoer is een onmisbare schakel in de zorgketen en broodnodig voor de zorgcontinuïteit van heel wat kwetsbare patiënten. Daarom schuift Belgambu in de drie regio’s, bevoegd voor het niet-dringend patiëntenvervoer, enkele belangrijke punten naar voren. Steeds gekoppeld aan gepaste financiering. Om de betaalbaarheid van het niet-dringend patiëntenvervoer te garanderen, is het noodzakelijk dat de regeringen in ons land een significant deel van deze kosten (75 %) voor hun rekening nemen. Je leest hier alles over de acties die de regeringen van Vlaanderen, Brussel en Wallonië moeten ondernemen.

  1. UITBREIDING HANDELINGEN AMBULANCIERS NIET-DRINGEND PATIËNTENVERVOER

Om de kwaliteit en betaalbaarheid van het niet-dringend patiëntenvervoer te optimaliseren, is het belangrijk om de rol en verantwoordelijkheden van de ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer te versterken. Dat kan door hun lijst met handelingen en technische prestaties (KB 14 mei 2019) uit te breiden met het:

  • meten van parameters: niet-invasieve metingen en gestructureerde overdracht van parameters over diverse biologische functies (zoals bloeddruk, hartslag, ademhaling, saturatie, temperatuur) en dus hanteren van onderzoeksapparatuur voor diverse functionele stelsels; de bloedsuikerspiegel meten door capillaire bloedafname;
  • opvolgen en vervoeren van patiënten met een infuus of met een veneuze katheter, op voorwaarde dat het een infuus is zonder toegevoegde medicatie en het infuus voorzien is van een druppeldebietregelaar en zonder extra technische bijstand (zoals een spuitpomp) druppelt tijdens het vervoer van de patiënt;
  • gebruiken van een beademingsballon in het kader van een reanimatie, het toedienen van zuurstof via de beademingsballon volgens een door een arts vooraf gevalideerde procedure in afwachting van de ondersteuning van de 112;
  • aspireren van mond- en keelholte (niet voorbij de larynx);
  • initiëren van het toedienen van zuurstof volgens een door een arts vooraf gevalideerde procedure in afwachting van de ondersteuning van de 112;
  • begeleiden van patiënten met een niet- acuut psychiatrisch profiel (vervoer psychiatrisch centrum naar een algemeen ziekenhuis voor bijvoorbeeld consultatie).
  1. VERDERE UITROL VAN DE NIEUWE OPLEIDINGSPROFIELEN

De Vlaamse regering erkende op 6 mei 2022 drie beroepskwalificaties in de prehospitaal zorgverlening: eventhulp verlener, ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer en hulpverlener-ambulancier. Op 10 november 2023 volgde de erkenning van het experimentele nieuwe studiegebied ambulante zorg voor het secundair volwassenenonderwijs met een modulaire structuur. Sinds 1 februari 2024 kan de beroepsopleiding voor de goedgekeurde opleidingsprofielen van eventhulpverlener en ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer starten.

Om de historische achterstand voor het opleidingsprofiel ambulancier niet- dringend patiëntenvervoer weg te werken is een eenmalige Vlaamse financiering van 0,8 miljoen euro nodig. Voor het  opleidingsprofiel hulpverlener-ambulancier is jaarlijks 1,8 miljoen euro nodig. Dat wordt momenteel gefinancierd door het federale niveau.

  1. ROLSTOEL- EN ZITTEND PATIËNTENVERVOER INTEGRAAL OPNEMEN IN HET NIET-DRINGEND PATIËNTENVERVOER

Of de patiënt liggend, in een rolstoel of zittend vervoerd wordt: de kwaliteit moet gewaarborgd worden. Daarom pleit Belgambu voor een integratie van het rolstoel- en zittend patiëntenvervoer in het niet-dringend patiëntenvervoer. Zo kan dit uitgevoerd worden in een aangepast voertuig zonder sanitaire cel, als de toestand en de zorgnood van de patiënt dit toelaten.

  1. OPSTARTEN MAATSCHAPPELIJKE SOLIDARISERING

De Vlaamse Overheid is bevoegd voor het niet-dringend patiëntenvervoer, maar komt niet tussen in de kosten. Nochtans is dit type patiëntenvervoer essentieel in het huidige zorglandschap. Het waarborgt de zorg en levenskwaliteit voor heel wat kwetsbare mensen. Toch is deze zorg niet altijd even financieel toegankelijk. Er zijn private verzekeringen en een beperkte tussenkomst via het RIZIV. Ziekenfondsen Mutas en I-mens bieden via hun aanvullende verzekering een terugbetaling van het niet-dringend patiëntenvervoer aan, maar de maxima van deze verzekeringen bereiken hun grenzen. Door de sterke kostenstijging in het niet-dringend patiëntenvervoer moeten verzekerden meer uit eigen zak betalen en dat hypothekeert de toegankelijkheid.

Net om die financiële toegankelijkheid te garanderen moet deze kost gedeeltelijk door de Vlaamse Overheid gedragen worden, bijvoorbeeld via de Vlaamse Sociale Bescherming. Dit komt neer op een solidarisering van 41 miljoen euro per jaar. Dit cijfer is berekend samen met de mutualiteiten. In 2023 organiseerden Mutas en i-mens 136.759 ritten in een ziekenwagen, goed voor 1.939.991,53 kilometer en een totaalbedrag van 21.633.468,35 euro. Extrapoleren we dit bedrag naar de volledige markt, dan komen we uit op een geschatte kost van 54.732.873,45 euro. De patiënt mag maximaal 25 procent van deze factuur betalen. Zo komen we uit op 41 miljoen euro die door de overheid gedragen moet worden. Het aandeel van de patiënt kan geregeld worden via tussenkomsten van de verplichte ziekteverzekering en via aanvullende en private ziekteverzekeringen.

  1. OPLOSSING VOOR INTERMEDIAIRE ZIEKENWAGENS

Ons land heeft drie types ambulances, vastgelegd in het protocolakkoord inzake patiëntenvervoer van 27 maart 2017:

  • Ziekenwagens in de Dringende Geneeskundige Hulpverlening (DGH): geel van kleur met prioritaire signalen.
  • Intermediaire ziekenwagens die occasioneel voor DGH ingezet worden: wit van kleur met prioritaire signalen.
  • Ziekenwagens niet-dringend patiëntenvervoer: wit van kleur zonder prioritaire signalen.

Dit protocolakkoord werd op 22 maart 2024 in het Staatsblad gepubliceerd. In die periode van zeven jaar ontwikkelden verschillende ziekenwagendiensten activiteiten waarbij ziekenwagens met prioritaire signalen essentieel zijn. Dit gebeurt vaak in nauwe samenwerking met of in opdracht van ziekenhuizen. Intermediaire ziekenwagens vervullen een cruciale rol om patiënten veilig en efficiënt te vervoeren tussen zorginstellingen. Alle betrokken partijen zijn het erover eens dat het onrechtmatige gebruik van prioritaire signalen moet worden geëlimineerd.

De vrees bestaat dat bepaalde soorten patiëntenvervoer niet langer of niet op tijd uitgevoerd kunnen worden. Zo zijn een gereglementeerd en gecontroleerd gebruik van prioritaire signalen noodzakelijk bij bijvoorbeeld tijdkritiek patiëntenvervoer dat niet valt onder de wet van 8 juli 1964 betreffende de Dringende Geneeskundige Hulpverlening en dat niet door een PIT zal uitgevoerd worden. Ziekenwagendiensten die activiteiten uitvoeren in het tijdkritiek patiëntenvervoer moeten de mogelijkheid hebben om deze verder te zetten. Controles op het reglementair gebruik van prioritaire signalen zijn nodig. Ziekenwagendiensten die niet beschikken over 112-permanentie moeten op een alternatieve manier kunnen aantonen dat ze een kwaliteitsvolle dienstverlening bieden in het patiëntenvervoer. (Zie ook actiepunten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verderop).

  1. KOSTENEFFICIËNTIE BINNEN HET NIET-DRINGEND PATIËNTENVERVOER

Om de omstandigheden binnen het niet-dringend patiëntenvervoer te verbeteren en zo ook de kwaliteit te verhogen, is het nodig dat het niet-dringend patiëntenvervoer gebruik mag maken van de bijzondere overrijdbare bedding of bus- en taxistroken. Een kortere reistijd betekent in de eerste plaats meer comfort voor de patiënt, maar ook een efficiëntere inzet van middelen met een positieve impact op de tariefontwikkeling. Trouwens, patiënten die per ziekenwagen worden vervoerd, bevinden zich over het algemeen in een minder gunstige gezondheidstoestand dan wanneer ze per taxi zittend worden vervoerd. Taxi’s maken momenteel wel gebruik van bus- en taxistroken en daardoor zijn de meest kwetsbare patiënten langer onderweg naar het ziekenhuis.

Daarnaast zouden voertuigen binnen het niet-dringend patiëntenvervoer toegang moeten hebben tot professionele diesel. Dit creëert een eerlijker speelveld met taxidiensten die personen in een betere gezondheidstoestand vervoeren naar het ziekenhuis. Deze kostenbesparing stelt organisaties in staat te investeren in milieuvriendelijkere voertuigen en voorkomt dat de tarieven voor patiënten te sterk stijgen. Het niet-dringend patiëntenvervoer moet vaak toegang tot verkeersvrije zones in steden en gemeenten aanvragen. We pleiten voor een eenduidig Vlaams beleid dat deze administratie vereenvoudigt en zo de werklast en de kosten verminderen.

  1. SYNERGIËN TUSSEN NIET-DRINGEND PATIËNTENVERVOER EN 112

Wie naar de mutualiteit belt om patiëntenvervoer aan te vragen doorloopt een korte vragenlijst om na te gaan of het niet gaat om een spoedgeval of 112-oproep. Bij de noodcentrales 112 komen er dan weer niet-dringende oproepen binnen, maar zij kunnen niet doorverbinden, wat leidt tot oneigenlijk gebruik van de 112-middelen.

Een aantal van de ritaanvragen binnen het patiëntenvervoer zijn niet dringend, maar moeten wel binnen een bepaalde tijdspanne uitgevoerd worden. Hiervoor bestaan tot op vandaag geen veralgemeende en gestandaardiseerde procedures, wel een aantal onderlinge samenwerkingsovereenkomsten. De synergie tussen het niet-dringend patiëntenvervoer en de dringende geneeskundige hulpverlening moet verder versterkt worden door een duidelijk afsprakenkader en een vlotte doorschakeling van de ene dienst naar de andere.


De antwoorden van Groen op onze vragenlijst

Vraag 1

Kwalitatief en betaalbaar niet-dringend patiëntenvervoer is een essentieel onderdeel om zorg voor iedereen toegankelijk te maken, zeker voor chronische patiënten die veelvuldig naar het ziekenhuis moeten en daarbij vaak een beroep doen op patiëntenvervoerders. Daarom is een maatschappelijke solidarisering nodig. Bij Belgambu pleiten we voor een maximale kostprijs van 2 euro per rit voor chronische zieken, wetende dat bijvoorbeeld een dialysepatiënt zo’n driehonderd ritten per jaar nodig heeft. Hoe ziet uw partij de rol van de overheid hierbij?

"Goede en betaalbare zorg is een basisrecht voor Groen. De overheid is verantwoordelijk om daarvoor te zorgen, aangepast vervoer naar het ziekenhuis hoort daarbij. In Vlaanderen is dat bijzonder ingewikkeld georganiseerd en ben je afhankelijk van de overeenkomsten die je mutualiteit afgesloten heeft met aanbieders van niet-dringend patiëntenvervoer. Er gelden bovendien verschillende tarieven per ziekenfonds. Dat kan duidelijk beter. Een EFRO-project heeft enkele jaren geleden aangetoond hoe gebruiksvriendelijke toegang gerealiseerd kan worden met een centraal mobiliteitsplatform. Sinds dit jaar is gepland vervoer tussen ziekenhuizen gratis voor de patiënt. Dat is al een belangrijke stap vooruit!"

Vraag 2

Ook bij de Dringende Geneeskundige Hulpverlening (DGH) is er nood aan een betere financiering. De indexering is onvoldoende doorgevoerd in het verleden en het speelveld tussen kleine en grote organisaties is ongelijk. Door één gemeenschappelijk budget te hanteren dat rekening houdt met alle maatschappelijke kosten van DGH kunnen we silo’s doorbreken. Over de grenzen van steden en gemeenten, provincies en op nationaal niveau. Hoe zit deze financiering in jullie programma verwerkt?

"In het programma van Groen is geen specifieke stellingname over dringende geneeskundige hulpverlening opgenomen. Het spreekt voor zich dat er voldoende middelen beschikbaar moeten zijn om iedere burger wanneer dat nodig is snel te kunnen helpen. We verwachten dat de minister van volksgezondheid daar samen met de bevoegde diensten en de sector voor instaat. Naar onze inschatting werd daarvoor het nodige gedaan tijdens de lopende regeerperiode, zoals de vereffening van de gefactureerde uitgaven vorige zomer en de werking van de adviesorganen."

Vraag 3

Er is nood aan een wettelijk kader voor de eventhulpverlening. Nu worden de voorzieningen op events vrij arbitrair gekozen op basis van niet-bindende adviezen. In plaats van een overbodige kost voor de organisator moet eventhulpverlening terecht gezien worden als een essentieel onderdeel van een event, net zoals security. Enkel met een duidelijk legaal kader is de kwaliteit voor patiënten op elk event gegarandeerd. Hoe wil uw partij dit aanpakken?

"Veiligheid en hulpverlening bij ongevallen of gezondheidsproblemen is inderdaad een essentieel onderdeel voor elke organisatie die grote groepen mensen bij elkaar brengt. Een wettelijk kader daarvoor is nodig als blijkt dat organisatoren hun verantwoordelijkheid op dat vlak onvoldoende opnemen en zo mensen in gevaar brengen. De overlijdens op Tomorrowland van deze zomer zijn zorgwekkend, maar niet zonder meer toe te wijzen aan onvoldoende hulpverlening op het event. Als uit overleg met de sector of adviezen van de Nationale Raad voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening blijkt dat de bestaande wetgeving en richtlijnen niet volstaan, kan daar in de volgende regeerperiode werk van gemaakt worden."

"Patiëntenvervoer redt levens. Het is net als goede, betaalbare zorg: een basisrecht voor iedereen."

Jeremie Vaneeckhout

Vraag 4

Net zoals de coronacommissaris ten tijde van COVID-19 ziet Belgambu kansen voor een commissaris van patiëntenvervoer. Een blik van bovenaf kan een grote meerwaarde betekenen voor het complexe, versnipperde landschap van het patiëntenvervoer, dat onder diverse bevoegdheden valt. We dromen van een alomvattend plan voor patiëntenvervoer met synergiën tussen niet-dringend, dringend en 1733. Met een gemeenschappelijke dispatching en een nieuw zorgberoep van medische dispatcher als coördinator in de praktijk. Wat denkt uw partij hiervan?

"Een omvattend plan is broodnodig, maar een "commissaris" voor het specifieke probleem van het patiëntenvervoer is niet noodzakelijk. De uitrol van het 1733-project voor ongeplande (maar niet dringende) zorg verloopt helaas bijzonder moeizaam. Binnen de administratie van de FOD Volksgezondheid, bij de mutualiteiten en in de Nationale Raad voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening is voldoende expertise aanwezig om een plan uit te werken en stapsgewijs uit te voeren. Gezien de bevoegdheidsverdeling zullen ook de gemeenschappen hun rol moeten spelen. Het is een collectieve verantwoordelijkheid om tot resultaten te komen binnen een redelijke termijn. De partners kunnen een projectleider aanduiden."

Vraag 5

De overheid verhoogt de budgetten voor dienst 112 aanzienlijk. Wordt er ook een minimum aantal VTE’s vastgelegd voor het personeelsbestand of blijft DGH een plaats voor bijklussers en flexi-jobbers in de gezondheidszorg? Belgambu vindt dat er 11 VTE’s, minimaal 8 met het statuut personeelslid, nodig zijn voor een 112-permanentie. Hoe zie uw partij dit?

"Het is niet aan de partijpolitiek om het personeelsbeleid van bepaalde diensten naar zich toe te trekken, maar Groen is geen voorstander van flexijobs in de zorg en andere onzekere statuten voor werknemers in het algemeen. Denk maar aan de pakjeswet die Petra De Sutter als minister van post ingevoerd heeft voor de koeriers van pakjesdiensten. Als blijkt dat er te veel onzekerheid of te weinig sociale bescherming is voor de medewerkers van de noodcentrales zijn wij vragende partij om dat onder de loep te nemen en te verbeteren."

Vraag 6

Samen willen we naar een efficiënter patiëntenvervoer. Zo denken we aan toegang tot professionele diesel voor de dienst 112 en voor niet-dringend patiëntenvervoer, of aan het gebruik van taxi- en busstroken voor niet-dringende ritten (vb. een dialysepatiënt in een taxi). Welke ingrepen zijn volgens uw partij nuttig om tot een (kosten)efficiëntere sector te komen?

"Groen spreekt zich niet uit over specifieke maatregelen in verband met patiëntenvervoer of dringende geneeskundige zorg. Dat is voor ons een onderdeel van het recht op goede betaalbare zorg voor iedereen. Tegelijk bouwen fossiele subsidies zoals professionele diesel af. Ook het patiëntenvervoer moet evolueren naar elektrificatie van het wagenpark. De fiscale voordelen die daar bij horen, zijn uiteraard onverminderd van toepassing. Andere maatregelen, zoals het voorstel over de taxi- en busstroken, kunnen zeker overwogen worden, zowel in het belang van de aanbieders van patiënten vervoer als in het belang van de patiënten zelf."


De antwoorden van N-VA op onze vragenlijst

Vraag 1

Kwalitatief en betaalbaar niet-dringend patiëntenvervoer is een essentieel onderdeel om zorg voor iedereen toegankelijk te maken, zeker voor chronische patiënten die veelvuldig naar het ziekenhuis moeten en daarbij vaak een beroep doen op patiëntenvervoerders. Daarom is een maatschappelijke solidarisering nodig. Bij Belgambu pleiten we voor een maximale kostprijs van 2 euro per rit voor chronische zieken, wetende dat bijvoorbeeld een dialysepatiënt zo’n driehonderd ritten per jaar nodig heeft. Hoe ziet uw partij de rol van de overheid hierbij?

"De overheid moet voorzien in een kader om kwalitatief en betaalbaar vervoer mogelijk te maken. Momenteel zitten de bevoegdheden versnipperd, waardoor zo een geïntegreerd kader quasi onmogelijk is. Niet-dringend vervoer is Vlaamse bevoegdheid, maar het RIZIV (federaal) voorziet dan wel een tegemoetkoming van €0,34/km voor dialysepatiënten. Bijkomend komt het ziekenfonds soms ook nog zelf tussen. Voor onze partij moeten alle bevoegdheden bij de gemeenschappen liggen. Zo kunnen we zorgen voor een duidelijk kader en kunnen we via een Vlaamse Sociale Zekerheid afspraken maken over prijzen en tussenkomsten binnen een geïntegreerd zorgbeleid."

Vraag 2

Ook bij de Dringende Geneeskundige Hulpverlening (DGH) is er nood aan een betere financiering. De indexering is onvoldoende doorgevoerd in het verleden en het speelveld tussen kleine en grote organisaties is ongelijk. Door één gemeenschappelijk budget te hanteren dat rekening houdt met alle maatschappelijke kosten van DGH kunnen we silo’s doorbreken. Over de grenzen van steden en gemeenten, provincies en op nationaal niveau. Hoe zit deze financiering in jullie programma verwerkt?

"Onze partij pleit om binnen de gezondheidszorg zo veel mogelijk van het silodenken af te stappen. Het ultieme doel is om budgetten zo efficiënt mogelijk in te zetten zodat we met dezelfde euro meer zorg kunnen aanbieden. Enkel met synergiën en een gelijk speelveld kunnen we ervoor zorgen dat de gezondheidszorgbudgetten optimaal besteed worden."

Vraag 3

Er is nood aan een wettelijk kader voor de eventhulpverlening. Nu worden de voorzieningen op events vrij arbitrair gekozen op basis van niet-bindende adviezen. In plaats van een overbodige kost voor de organisator moet eventhulpverlening terecht gezien worden als een essentieel onderdeel van een event, net zoals security. Enkel met een duidelijk legaal kader is de kwaliteit voor patiënten op elk event gegarandeerd. Hoe wil uw partij dit aanpakken?

"Onze partij heeft in 2022 een voorstel van resolutie ingediend waarbij we vragen om het verouderde wettelijk kader aan te passen. We willen onder andere dat de adviezen rekening houden met input vanuit de urgentiegeneeskunde en dat de adviezen ook bindend worden. De medisch hulpverlener die de coördinatie opneemt moet ook correct vergoed worden. Zo zorgen we ervoor dat medische profielen op het terrein afgestemd zijn op basis van de noden van het evenement."

"Met de focus op een nieuw regelgevend kader voor de eventhulpverlening, een adequate risicoanalyse, toegankelijke zorg naar middelengebruik en drugsbeleid alsook een nauwkeurige omkadering bij seksueel grensoverschrijdend gedrag, blijven onze evenementen een feest voor elke aanwezige, in veiligheid en zonder extra belasting van het reguliere zorgnetwerk.”

Kathleen Depoorter

Vraag 4

Net zoals de coronacommissaris ten tijde van COVID-19 ziet Belgambu kansen voor een commissaris van patiëntenvervoer. Een blik van bovenaf kan een grote meerwaarde betekenen voor het complexe, versnipperde landschap van het patiëntenvervoer, dat onder diverse bevoegdheden valt. We dromen van een alomvattend plan voor patiëntenvervoer met synergiën tussen niet-dringend, dringend en 1733. Met een gemeenschappelijke dispatching en een nieuw zorgberoep van medische dispatcher als coördinator in de praktijk. Wat denkt uw partij hiervan?

"In plaats van nog een extra commissaris aan te stellen om versnipperde bevoegdheden te coördineren pleiten wij ervoor om de kern van het probleem aan te pakken. Voor onze partij moeten alle bevoegdheden rond gezondheid en welzijn op het gemeenschapsniveau gebracht worden. Zo kan er een geïntegreerd beleid gevoerd worden voor al het patiëntenvervoer in heel Vlaanderen."

Vraag 5

De overheid verhoogt de budgetten voor dienst 112 aanzienlijk. Wordt er ook een minimum aantal VTE’s vastgelegd voor het personeelsbestand of blijft DGH een plaats voor bijklussers en flexi-jobbers in de gezondheidszorg? Belgambu vindt dat er 11 VTE’s, minimaal 8 met het statuut personeelslid, nodig zijn voor een 112-permanentie. Hoe zie uw partij dit?

"Het noodnummer 112 is een belangrijke dienst in onze hulpverlening. Er dient dus voldoende personeel voorzien te worden. We zijn akkoord dat er ook zeker voldoende vaste personeelsleden moeten zijn. Zij zitten dag in dag uit in het veld en kunnen expertise opbouwen om oproepen vlot en efficiënt af te handelen. Aanvullingen met flexijobs moeten zeker mogelijk zijn, om in te spelen op een grotere personeelsnood op verwachte drukke momenten."

Vraag 6

Samen willen we naar een efficiënter patiëntenvervoer. Zo denken we aan toegang tot professionele diesel voor de dienst 112 en voor niet-dringend patiëntenvervoer, of aan het gebruik van taxi- en busstroken voor niet-dringende ritten (vb. een dialysepatiënt in een taxi). Welke ingrepen zijn volgens uw partij nuttig om tot een (kosten)efficiëntere sector te komen?

"In eerste instantie moeten alle bevoegdheden naar de gemeenschappen komen. Enkel zo kunnen we zorgen voor een duidelijk regelgevend kader dat voor de ganse sector telt. Ook het onderscheid tussen dringend, niet-dringend zittend en niet-dringend liggend vervoer dient aangepakt te worden zodat elk patiëntenvervoer op dezelfde manier behandeld kan worden. We denken daarbij bijvoorbeeld aan de taxi- en busstroken die in de vraagstelling aan bod komen. Ook qua financiering is een geïntegreerd beleid goed voor zowel de patiënt als de belastingbetaler."


Belgambu bevraagt de politieke partijen

De verkiezingen en de daaropvolgende regeringsvorming zullen de agenda van de komende jaren bepalen. Uiteraard ijvert Belgambu ervoor dat patiëntenvervoer (dringend en niet-dringend) en eventhulpverlening ook een duidelijke plek krijgen op de politieke agenda. Net voor de stembusgang schetsen we graag de visie van de politieke partijen op onze sector en op enkele duidelijke pijnpunten.

Onze vragenlijst

Het bestuursorgaan van Bam formuleerde een aantal vragen die naar alle verkiesbare politieke partijen voor de nationale verkiezingen werden gestuurd. De meeste partijen beantwoordden de zeven vragen, een aantal stuurden een overkoepelend antwoord. Van de PS mochten we helaas niet tijdig een antwoord ontvangen.

Deze vragen legden we voor aan de politieke partijen:

  1. Kwalitatief en betaalbaar niet-dringend patiëntenvervoer is een essentieel onderdeel om zorg voor iedereen toegankelijk te maken, zeker voor chronische patiënten die veelvuldig naar het ziekenhuis moeten en daarbij vaak een beroep doen op patiëntenvervoerders. Daarom is een maatschappelijke solidarisering nodig. Bij Belgambu pleiten we voor een maximale kostprijs van 2 euro per rit voor chronische zieken, wetende dat bijvoorbeeld een dialysepatiënt zo’n driehonderd ritten per jaar nodig heeft. Hoe ziet uw partij de rol van de overheid hierbij?
  2. Ook bij de Dringende Geneeskundige Hulpverlening (DGH) is er nood aan een betere financiering. De indexering is onvoldoende doorgevoerd in het verleden en het speelveld tussen kleine en grote organisaties is ongelijk. Door één gemeenschappelijk budget te hanteren dat rekening houdt met alle maatschappelijke kosten van DGH kunnen we silo’s doorbreken. Over de grenzen van steden en gemeenten, provincies en op nationaal niveau. Hoe zit deze financiering in jullie programma verwerkt?
  3. Er is nood aan een wettelijk kader voor de eventhulpverlening. Nu worden de voorzieningen op events vrij arbitrair gekozen op basis van niet-bindende adviezen. In plaats van een overbodige kost voor de organisator moet eventhulpverlening terecht gezien worden als een essentieel onderdeel van een event, net zoals security. Enkel met een duidelijk legaal kader is de kwaliteit voor patiënten op elk event gegarandeerd. Hoe wil uw partij dit aanpakken?
  4. Net zoals de coronacommissaris ten tijde van COVID-19 ziet Belgambu kansen voor een commissaris van patiëntenvervoer. Een blik van bovenaf kan een grote meerwaarde betekenen voor het complexe, versnipperde landschap van het patiëntenvervoer, dat onder diverse bevoegdheden valt. We dromen van een alomvattend plan voor patiëntenvervoer met synergiën tussen niet-dringend, dringend en 1733. Met een gemeenschappelijke dispatching en een nieuw zorgberoep van medische dispatcher als coördinator in de praktijk. Wat denkt uw partij hiervan?
  5. De overheid verhoogt de budgetten voor dienst 112 aanzienlijk. Wordt er ook een minimum aantal VTE’s vastgelegd voor het personeelsbestand of blijft DGH een plaats voor bijklussers en flexi-jobbers in de gezondheidszorg? Belgambu vindt dat er 11 VTE’s, minimaal 8 met het statuut personeelslid, nodig zijn voor een 112-permanentie. Hoe zie uw partij dit?
  6. Samen willen we naar een efficiënter patiëntenvervoer. Zo denken we aan toegang tot professionele diesel voor de dienst 112 en voor niet-dringend patiëntenvervoer, of aan het gebruik van taxi- en busstroken voor niet-dringende ritten (vb. een dialysepatiënt in een taxi). Welke ingrepen zijn volgens uw partij nuttig om tot een (kosten)efficiëntere sector te komen?

 

Lees de antwoorden

 


De kijk van CD&V op onze sector

"Personen die nood hebben aan medische ondersteuning tijdens het vervoer van en naar een zorg- of welzijnsvoorziening moeten absoluut de juiste ondersteuning en medisch toezicht krijgen. Dit zowel voor dringende als niet-dringende interventies, tijdens evenementen,…  Het vervoer moet in de eerste plaats kwalitatief zijn, een goede afstemming tussen de verschillende bevoegde bestuursniveaus is daarvoor belangrijk. Het vervoer moet ook betaalbaar zijn voor de patiënt. Het inzetten op randvoorwaarden zoals het invoeren van minimum- en maximumtarieven, het faciliteren van ritten door het aanpassen van de wegcode,… kunnen hier faciliterend werken om de kosten voor het vervoer te drukken. We moeten wel het onderscheid blijven maken tussen patiënten en niet-patiënten. Niet iedere persoon die van en naar een zorg- of welzijnsvoorziening moet is namelijk patiënt tijdens het vervoer."


De antwoorden van Vooruit op onze vragenlijst

Vraag 1

Kwalitatief en betaalbaar niet-dringend patiëntenvervoer is een essentieel onderdeel om zorg voor iedereen toegankelijk te maken, zeker voor chronische patiënten die veelvuldig naar het ziekenhuis moeten en daarbij vaak een beroep doen op patiëntenvervoerders. Daarom is een maatschappelijke solidarisering nodig. Bij Belgambu pleiten we voor een maximale kostprijs van 2 euro per rit voor chronische zieken, wetende dat bijvoorbeeld een dialysepatiënt zo’n driehonderd ritten per jaar nodig heeft. Hoe ziet uw partij de rol van de overheid hierbij?

"Zorg moet betaalbaar zijn voor iedereen. En daar moet ook de Vlaamse overheid haar verantwoordelijkheid in nemen. Vandaag is er een onevenwicht tussen het opgelegde kwaliteitskader en de voorziene middelen, waardoor ritten voor de patiënten duurder worden. Het water staat de sector aan de lippen. De volgende Vlaamse regering moet samen met de sector en de zorgkassen tot een duurzame en betaalbare oplossing komen die niet-dringend liggend ziekenvervoer financieel toegankelijk houdt voor iedereen die het nodig heeft."

 

Vraag 2

Ook bij de Dringende Geneeskundige Hulpverlening (DGH) is er nood aan een betere financiering. De indexering is onvoldoende doorgevoerd in het verleden en het speelveld tussen kleine en grote organisaties is ongelijk. Door één gemeenschappelijk budget te hanteren dat rekening houdt met alle maatschappelijke kosten van DGH kunnen we silo’s doorbreken. Over de grenzen van steden en gemeenten, provincies en op nationaal niveau. Hoe zit deze financiering in jullie programma verwerkt?

"Onder onze federale minister Frank Vandenbroucke is deze financiering verhoogd. In 2022 bedroeg dit 77 miljoen euro. Tegen 2025 zal deze stijgen tot 239 miljoen euro. Dat geeft de sector opnieuw meer financiële ademruimte. Verdere wijzigingen aan de erkennings- en organisatievoorwaarden zijn lopende en gebeuren in nauw overleg met de betrokken actoren in de nationale raad dringende geneeskundige hulpverlening, waarbij alle constructieve voorstellen welkom zijn."

 

Vraag 3

Er is nood aan een wettelijk kader voor de eventhulpverlening. Nu worden de voorzieningen op events vrij arbitrair gekozen op basis van niet-bindende adviezen. In plaats van een overbodige kost voor de organisator moet eventhulpverlening terecht gezien worden als een essentieel onderdeel van een event, net zoals security. Enkel met een duidelijk legaal kader is de kwaliteit voor patiënten op elk event gegarandeerd. Hoe wil uw partij dit aanpakken?

"De veiligheid van personen moet op elk moment gegarandeerd worden, ook op events. Het lijkt ons dan ook logisch dat er een duidelijk kwaliteitskader komt en dat er voor dergelijke hulpverlening samengewerkt wordt met erkende organisaties. Het lijkt zinvol hierover overleg te starten tussen alle betrokken actoren om ofwel de huidige tools te versterken of tot een nieuw systeem te komen zodat kwalitatieve eventhulpverlening steeds verzekerd is."

“Met pragmatische tussenstappen werken we toe naar een breder perspectief van kwalitatieve, betaalbare en bereikbare dringende hulpverlening.”

Frank Vandenbroucke

Vraag 4

Net zoals de coronacommissaris ten tijde van COVID-19 ziet Belgambu kansen voor een commissaris van patiëntenvervoer. Een blik van bovenaf kan een grote meerwaarde betekenen voor het complexe, versnipperde landschap van het patiëntenvervoer, dat onder diverse bevoegdheden valt. We dromen van een alomvattend plan voor patiëntenvervoer met synergiën tussen niet-dringend, dringend en 1733. Met een gemeenschappelijke dispatching en een nieuw zorgberoep van medische dispatcher als coördinator in de praktijk. Wat denkt uw partij hiervan?

"Wat vooral nodig is, is samenwerking tussen de verschillende overheden. Bij problemen rond dubbele bevoegdheid of een bevoegdheid die tussen twee stoelen valt, is de drang groot om er een derde stoel bij te zetten. Extra structuren alleen zijn echter geen garantie dat problemen opgelost raken. Wat echt nodig is, is een wil om tot akkoorden te komen en robuuste afspraken te maken voor de lange termijn over de bevoegdheden heen."

 

Vraag 5

De overheid verhoogt de budgetten voor dienst 112 aanzienlijk. Wordt er ook een minimum aantal VTE’s vastgelegd voor het personeelsbestand of blijft DGH een plaats voor bijklussers en flexi-jobbers in de gezondheidszorg? Belgambu vindt dat er 11 VTE’s, minimaal 8 met het statuut personeelslid, nodig zijn voor een 112-permanentie. Hoe zie uw partij dit?

"De dienst 112 bekleedt een belangrijke functie binnen de sector en daarom zijn er deze legislatuur ook extra middelen voorzien om 1733 te versterken en over het hele land uit te rollen. Kwaliteit is daarbij van erg groot belang. En Vooruit is van mening dat er verder gegaan moet worden op de ingeslagen weg om de kwaliteit van dienstverlening zo hoog mogelijk te krijgen."

 

Vraag 6

Samen willen we naar een efficiënter patiëntenvervoer. Zo denken we aan toegang tot professionele diesel voor de dienst 112 en voor niet-dringend patiëntenvervoer, of aan het gebruik van taxi- en busstroken voor niet-dringende ritten (vb. een dialysepatiënt in een taxi). Welke ingrepen zijn volgens uw partij nuttig om tot een (kosten)efficiëntere sector te komen?

"Er is nood aan een evaluatie van het hele landschap rond bijzonder vervoer, gaande van de Diensten Aangepast Vervoer tot het dringend patiëntenvervoer. In eerste instantie moet er op het niveau van de deelstaten een tandje bijgestoken worden om tot een meer logische verdeling van vervoersvragen te komen. Maar het is een ruimer debat rond hoe zorg doelmatig te organiseren en welke ingrepen waar kunnen gebeuren, wat o.a. verweven zit in uitbouw van de eerstelijnszones en de rol van de huisartsenwachtposten."


De antwoorden van Vlaams Belang op onze vragenlijst

Vraag 1

Kwalitatief en betaalbaar niet-dringend patiëntenvervoer is een essentieel onderdeel om zorg voor iedereen toegankelijk te maken, zeker voor chronische patiënten die veelvuldig naar het ziekenhuis moeten en daarbij vaak een beroep doen op patiëntenvervoerders. Daarom is een maatschappelijke solidarisering nodig. Bij Belgambu pleiten we voor een maximale kostprijs van 2 euro per rit voor chronische zieken, wetende dat bijvoorbeeld een dialysepatiënt zo’n driehonderd ritten per jaar nodig heeft. Hoe ziet uw partij de rol van de overheid hierbij?

"Voor het Vlaams Belang is de gezondheidszorg een van de kerntaken van de overheid, die doeltreffend en doelmatig moeten uitgevoerd worden. Wie zorg nodig heeft, moet die dus krijgen, thuis als het kan, in een ziekenhuis als het moet. Uiteraard is het aangenamer als familie, vrienden of buren de patiënt kunnen vervoeren. Maar als de medische en/of sociale situatie dat niet toestaat, dan moet de overheid de toegang tot de zorg waarborgen via professioneel patiëntenvervoer, rekening houdend met de socio-economische situatie van de patiënt en de rol van de mutualiteiten."

Vraag 2

Ook bij de Dringende Geneeskundige Hulpverlening (DGH) is er nood aan een betere financiering. De indexering is onvoldoende doorgevoerd in het verleden en het speelveld tussen kleine en grote organisaties is ongelijk. Door één gemeenschappelijk budget te hanteren dat rekening houdt met alle maatschappelijke kosten van DGH kunnen we silo’s doorbreken. Over de grenzen van steden en gemeenten, provincies en op nationaal niveau. Hoe zit deze financiering in jullie programma verwerkt?

"Het Vlaams Belang gelooft niet in de dure en inefficiënte paramedical intervention teams (PIT) waar de minister van Volksgezondheid zo mee dweept. PIT’s zijn vis, noch vlees en trekken noodzakelijke middelen weg van ambulances en MUG’s. Het Vlaams Belang is wel een sterke voorstander van een gelijk speelveld, dat wij willen bereiken door het volledige zorgbeleid naar Vlaanderen over te hevelen. De ongelijkheid tussen de verschillende provincies willen wij wegwerken door de afschaffing van de provincies."

Vraag 3

Er is nood aan een wettelijk kader voor de eventhulpverlening. Nu worden de voorzieningen op events vrij arbitrair gekozen op basis van niet-bindende adviezen. In plaats van een overbodige kost voor de organisator moet eventhulpverlening terecht gezien worden als een essentieel onderdeel van een event, net zoals security. Enkel met een duidelijk legaal kader is de kwaliteit voor patiënten op elk event gegarandeerd. Hoe wil uw partij dit aanpakken?

"Het Vlaams Belang erkent het belang van eventhulpverlening en deelt de mening dat dit, net als security, een essentieel onderdeel van de veiligheidsvoorzieningen op een event is. Om de rechtszekerheid, de gelijke behandeling en de veiligheid te waarborgen, wil het Vlaams Belang een wettelijk algemeen kader waarin de rol van de organisator, de hulpverlening en het lokaal bestuur duidelijk omschreven worden."

“Om de zorg te krijgen waar ze recht op hebben, doen vele patiënten een beroep op patiëntenvervoer. De sector staat of valt met de nodige financiële ondersteuning en verdere professionalisering, die enkel Vlaanderen kan bieden.”

Immanuel De Reuse

Vraag 4

Net zoals de coronacommissaris ten tijde van COVID-19 ziet Belgambu kansen voor een commissaris van patiëntenvervoer. Een blik van bovenaf kan een grote meerwaarde betekenen voor het complexe, versnipperde landschap van het patiëntenvervoer, dat onder diverse bevoegdheden valt. We dromen van een alomvattend plan voor patiëntenvervoer met synergiën tussen niet-dringend, dringend en 1733. Met een gemeenschappelijke dispatching en een nieuw zorgberoep van medische dispatcher als coördinator in de praktijk. Wat denkt uw partij hiervan?

"Het Vlaams Belang erkent dat de versnippering van het zorglandschap erg nadelig is. Tijdens de pandemie is dit nog maar eens duidelijk worden. Het Vlaams Belang wil echter geen zoveelste commissaris of postje op federaal niveau, maar de volledige overheveling van alle bevoegdheden naar Vlaanderen, zodat vanuit één bestuursniveau een efficiënt en effectief beleid kan uitgetekend worden en de zorgverlening echt gestroomlijnd kan worden."

Vraag 5

De overheid verhoogt de budgetten voor dienst 112 aanzienlijk. Wordt er ook een minimum aantal VTE’s vastgelegd voor het personeelsbestand of blijft DGH een plaats voor bijklussers en flexi-jobbers in de gezondheidszorg? Belgambu vindt dat er 11 VTE’s, minimaal 8 met het statuut personeelslid, nodig zijn voor een 112-permanentie. Hoe ziet uw partij dit?

"Voor het Vlaams Belang is een ambulancier niet louter een transporteur, maar een volwaardig zorgverlener. Het beroep moet dan ook als dusdanig gewaardeerd worden. De huidige situatie, waarbij ambulanciers al te vaak werken als schijnzelfstandigen, moet dan ook stoppen. Het Vlaams Belang erkent enerzijds de meerwaarde van personeel in vast dienstverband voor het behoud van de nodige expertise. Anderzijds moeten een tijdelijk personeelstekort, bv. door ziekte, of piekmomenten tijdens crisissen kunnen worden opgevangen door de inzet van tijdelijk personeel én van vrijwilligers die ook buiten DGH een meerwaarde zijn in de zorgketen."

Vraag 6

Samen willen we naar een efficiënter patiëntenvervoer. Zo denken we aan toegang tot professionele diesel voor de dienst 112 en voor niet-dringend patiëntenvervoer, of aan het gebruik van taxi- en busstroken voor niet-dringende ritten (vb. een dialysepatiënt in een taxi). Welke ingrepen zijn volgens uw partij nuttig om tot een (kosten)efficiëntere sector te komen?

"De belangrijkste ingreep voor een efficiëntere zorgsector is de overheveling van alle bevoegdheden naar het Vlaamse niveau, zodat vanuit één bestuursniveau een efficiënt en effectief preventief en curatief zorgbeleid kan uitgetekend worden. Daarnaast benadrukken wij het belang van een goede kennis van het Nederlands bij ambulanciers in Brussel en de Vlaamse Rand. Het Vlaams Belang is akkoord dat het patiëntenvervoer sneller en efficiënter kan gebeuren mits toegang tot taxi- en busstroken, wat op zich een voordeel is voor de patiënt, maar wat er ook voor zorgt dat ambulances sneller weer beschikbaar zijn voor andere opdrachten."


De antwoorden van Open VLD op onze vragenlijst

Vraag 1

Kwalitatief en betaalbaar niet-dringend patiëntenvervoer is een essentieel onderdeel om zorg voor iedereen toegankelijk te maken, zeker voor chronische patiënten die veelvuldig naar het ziekenhuis moeten en daarbij vaak een beroep doen op patiëntenvervoerders. Daarom is een maatschappelijke solidarisering nodig. Bij Belgambu pleiten we voor een maximale kostprijs van 2 euro per rit voor chronische zieken, wetende dat bijvoorbeeld een dialysepatiënt zo’n driehonderd ritten per jaar nodig heeft. Hoe ziet uw partij de rol van de overheid hierbij?

"Wij zijn voorstander van een uniform tarief. We voorzien daarbij wel de mogelijkheid van een specifiek tarief voor patiënten die omwille van hun aandoening daar zeer vaak beroep moeten op doen. In het Vlaams regeerakkoord werd afgesproken te komen tot een forfaitair bedrag, maar minister Crevits heeft dit onderdeel niet uitgevoerd. We blijven hier als partij op drukken."

Vraag 2

Ook bij de Dringende Geneeskundige Hulpverlening (DGH) is er nood aan een betere financiering. De indexering is onvoldoende doorgevoerd in het verleden en het speelveld tussen kleine en grote organisaties is ongelijk. Door één gemeenschappelijk budget te hanteren dat rekening houdt met alle maatschappelijke kosten van DGH kunnen we silo’s doorbreken. Over de grenzen van steden en gemeenten, provincies en op nationaal niveau. Hoe zit deze financiering in jullie programma verwerkt?

"Er is tijdens deze legislatuur een ongeziene verhoging gekomen van het budget Dringende Geneeskundige Hulpverlening, net als een inhaalbeweging voor de indexering, de PIT, … het budget stijgt van 76,99 miljoen euro in 2022 naar 239,67 miljoen euro in 2024. Dit was ook nodig om enerzijds de onderfinanciering van de sector tegen te gaan en anderzijds om een hogere kwaliteit na te streven. Maar het werk is inderdaad nog niet af. We zullen volgende legislatuur een evaluatie maken en op dezelfde leest moeten verder werken, ook rekening houdend met de invoering van de PIT."

Vraag 3

Er is nood aan een wettelijk kader voor de eventhulpverlening. Nu worden de voorzieningen op events vrij arbitrair gekozen op basis van niet-bindende adviezen. In plaats van een overbodige kost voor de organisator moet eventhulpverlening terecht gezien worden als een essentieel onderdeel van een event, net zoals security. Enkel met een duidelijk legaal kader is de kwaliteit voor patiënten op elk event gegarandeerd. Hoe wil uw partij dit aanpakken?

"Het is absoluut nodig om een wettelijk kader vast te leggen over welk type hulpverlening moet voorzien worden bij welk type van event aan de hand van duidelijke criteria. In dat kader kan ook opgenomen worden welke coördinerende functies aanwezig moeten zijn. Als je iets organiseert moet je het goed doen, en dat betekent ook zorgen voor het veilig verloop van het event, niet alleen op vlak van security maar ook vlak van hulpverlening. In het kader moeten we zorgen dat die vereisten proportioneel blijven. Daarnaast is het ook aan bijvoorbeeld lokale overheden om niet-professionele organisaties te helpen."

“De ambulancediensten, ook niet-dringend, zijn een cruciale schakel in onze zorg. We moeten blijven investeren in deze sector om een hoge kwaliteit in patiëntenvervoer te garanderen, met een blik op de lange termijn.”

Tom Ongena

Vraag 4

Net zoals de coronacommissaris ten tijde van COVID-19 ziet Belgambu kansen voor een commissaris van patiëntenvervoer. Een blik van bovenaf kan een grote meerwaarde betekenen voor het complexe, versnipperde landschap van het patiëntenvervoer, dat onder diverse bevoegdheden valt. We dromen van een alomvattend plan voor patiëntenvervoer met synergiën tussen niet-dringend, dringend en 1733. Met een gemeenschappelijke dispatching en een nieuw zorgberoep van medische dispatcher als coördinator in de praktijk. Wat denkt uw partij hiervan?

"We steunen de vraag naar een meer geïntegreerd beleid voor de volle 100 procent. Er moet veel meer samengewerkt worden in ons land en een globaal plan ontwikkeld worden op niveau van de Interministeriële Conferenties waarna ieder beleidsniveau binnen zijn bevoegdheden de gemaakte afspraken uitvoert. De rol van dispatcher moet in dat globaal plan worden gepositioneerd. We zijn evenwel geen voorstander van nog een nieuw medisch beroep. In dat globaal plan moet het duidelijk zijn wie welke verantwoordelijkheid heeft. We zijn er niet van overtuigd dat een aparte commissaris het antwoord is. We moeten erover waken dat, omdat vandaag sommige beleidsmakers hun verantwoordelijkheid niet nemen, we andere mensen aanduiden die het in hun plaats zouden moeten doen."

Vraag 5

De overheid verhoogt de budgetten voor dienst 112 aanzienlijk. Wordt er ook een minimum aantal VTE’s vastgelegd voor het personeelsbestand of blijft DGH een plaats voor bijklussers en flexi-jobbers in de gezondheidszorg? Belgambu vindt dat er 11 VTE’s, minimaal 8 met het statuut personeelslid, nodig zijn voor een 112-permanentie. Hoe zie uw partij dit?

"De mensen die bij DGH werken, als personeel, als flexi of vrijwilliger, leveren goed werk en we hebben ze allemaal zeer hard nodig in periode van grote personeelsschaarste in de zorg. Die groep van blijklussers en flexijobbers wegnemen is volgens ons geen goed idee. We kunnen in het globaal plan bekijken wat de ideale verhoudingen zijn. We moeten wel opletten dat we in deze moeilijke arbeidsmarkt alles kunnen realiseren. In dat kader passen we op met rigide kaders, die mooi op papier zijn, maar in de praktijk niet werken."

Vraag 6

Samen willen we naar een efficiënter patiëntenvervoer. Zo denken we aan toegang tot professionele diesel voor de dienst 112 en voor niet-dringend patiëntenvervoer, of aan het gebruik van taxi- en busstroken voor niet-dringende ritten (vb. een dialysepatiënt in een taxi). Welke ingrepen zijn volgens uw partij nuttig om tot een (kosten)efficiëntere sector te komen?

"We willen samen met de sector nadenken over creatieve oplossingen. Het optimaal gebruiken van taxi- en busstroken, moet in samenspraak met de beheerder bekeken kunnen worden op z’n haalbaarheid. Professionele diesel daarentegen is een afgelijnd uitzonderingsregime dat in de toekomst eerder zal verminderen dan uitbreiden. Het gaat daarbij overigens over technologie van het verleden. Met alle mogelijkheden die innovatieve technologie ons biedt, moeten we vooral naar de toekomst kijken, denk bijvoorbeeld aan welke uitdagingen én mogelijkheden elektrische en zelfrijdende wagens met zich mee zullen brengen."