/ 19/03/2022
Croix Rouge: aanwezig voor, tijdens en na de overstromingsramp
De overstromingen van juli 2021 veroorzaakten een immense ravage in ons land. Qua duur en omvang was deze ramp ongezien. Slachtoffers evacueren en verzorgen in dergelijke omstandigheden is geen sinecure. Toch slaagde het departement Hulpdienst van het Croix-Rouge de Belgique in zijn missie door de instructies strikt toe te passen die het kreeg vanuit de discipline D2 (medische, gezondheids- en psychosociale hulpverlening), waarvan het deel uitmaakt.
De Hulpdienst van het CRB (Croix-Rouge de Belgique) staat onder andere in voor zowel dringend als niet-dringend patiëntenvervoer en is lid van Belgambu. “We zijn geen kleine speler in deze sectoren en vinden het daarom belangrijk deel uit te maken van een grotere organisatie die de belangen van de sector behartigt”, zegt Bruno De Meue, directeur van het departement Hulpdienst van het CRBlogistiek centrum in Rhisnes bij Namen. Als hulpverlener van de overheid bij rampen was de Hulpdienst van het CRB ook betrokken bij de gasexplosie in Gellingen in 2004 en de aanslagen in Brussel van 2016. “Het grote verschil met die gebeurtenissen is dat de ramp in juli vorig jaar een veel grotere spanwijdte heeft (aantal getroffen personen) en veel langer duurt in tijd. Daarom is het CRB ook vandaag nog aanwezig in de rampgebieden, via andere initiatieven dan de eigenlijke hulpverlening”, vertelt De Meue.
“Bij een ramp als deze is naast de verzorging van gewonden ook psychosociale ondersteuning nodig.”
De Hulpdienst van het CRB is dus zowel actief in het “dringende” (112-ambulances – hulp aan de overheid bij rampen – psychosociale noodhulp) als in het “niet-dringende”. “Het onderdeel ‘psychosociale noodhulp’ (DSI) wordt steeds belangrijker: bij rampen, zoals de recente overstromingen, is het niet voldoende om de lichamen te verzorgen: veel mensen zijn geschokt en getraumatiseerd door wat ze gezien en meegemaakt hebben. In zo’n omstandigheden moet je niet alleen het lichaam, maar ook de geest verzorgen.”
Gekende procedures
Hoewel de omvang van de ramp ongezien was, kon de Hulpdienst van het CRB volgens Bruno De Meue binnen de discipline D2 gelukkig alle middelen inzetten die gevraagd werden door de ‘Medische Directie’ (DIR-MED). Xavier Verhaegen, verantwoordelijk voor de operationele coördinatie op het terrein, vult aan: “Onze procedures zijn gekend en laten ons toe snel en efficiënt te reageren bij een ramp. Zowel naar mobilisatie van materiaal als van eigen mensen en vrijwilligers. Het Croix-Rouge de Belgique beschikt over vijftigtal ambulances die uitgerust zijn voor dringend patiëntenvervoer. Tijdens de acute fase hebben we in de provincie Luik zeventien ambulances 24 uren op 24 ingezet en dit minstens gedurende de eerste 72 uren. Onze bemanning stond in voor het vervoer van gewonden, getraumatiseerde personen, mensen met onderkoeling en mensen die slecht te been waren en dus liggend transport nodig hadden, zoals uit woonzorgcentra die moesten geëvacueerd worden. Gedurende één maand hadden we ook een ambulance ter plaatse in stand-by modus, omdat het gebied moeilijk bereikbaar was (onderbroken bruggen) en de normale communicatiemiddelen niet meer voor handen waren.”
Aanwezig op het terrein
Naast het patiëntenvervoer zette het Croix-Rouge de Belgique drie medische posten op in het rampgebied. Xavier Verhaegen: “Op vele plaatsen was elke normale hulpverlening weg. Denk aan dokterspraktijken en apotheken. Via onze posten bieden we de nodige algemene zorg, bijvoorbeeld aan mensen met diabetes of epilepsie. Daarnaast zetten we ook een volledige tracering op van slachtoffers. Elke verzorgde persoon krijgt een armband met een specifiek nummer. Daardoor weten we waar hij of zij gevonden is, welke zorg werd toegediend en naar welk ziekenhuis de persoon is overgebracht. Dat is van essentieel belang voor een goed crisisbeheer, zowel voor de autoriteiten (die moeten weten hoeveel mensen geholpen zijn) als voor onze eigen werking. Onze diensten dragen ook bij tot het opstellen van lijsten van vermiste personen. Ook de logistieke dienst van onze afdeling was nauw betrokken: verschillende FIT-voertuigen (First Intervention Team) werden ingezet en een commandopost om de reddingsoperatie te coördineren, de communicatie te voorzien en de ambulances aan te sturen.”
“Binnen de D2-discipline weet iedereen door gevestigde en gekende procedures wat hij moet doen en waar hij moet zijn.”
Hoewel de Hulpdienst van het CRB vandaag niet meer aanwezig is, zijn andere instanties van het Rode Kruis er nog steeds. Onder andere om nog dagelijks maaltijden uit te delen (sinds het begin van de crisis werden al meer dan 1,5 miljoen maaltijden uitgedeeld) en mensen administratief te ondersteunen in het vinden van huisvesting. Bovendien zijn al 29 van de 40 miljoen euro, die voor de slachtoffers van de ramp is ingezameld, herverdeeld. Bruno De Meue: “We moeten allemaal erkennen dat deze ramp van een ongekende omvang is in ons land. Daardoor zijn we in staat verschillende verbeterpunten voor de toekomst te identificeren. Zo werken we binnen het CRB zelf al aan een betere overgang van de acute fase (strikt genomen de noodhulpoperaties) naar de humanitaire fase (voedselhulp, huisvestingshulp, enz.) die daarop volgde. Ik wil de opmerkelijke golf van solidariteit benadrukken die tijdens deze crisis is ontstaan: we hebben enorm veel steun gekregen van onze collega’s, zowel van het RKV (Rode Kruis-Vlaanderen) als van Brussel-Hoofdstad. Deze steun bleek ook uit de donaties (40 miljoen euro ingezameld) van de bevolking en de bedrijven, en uit de aanwezigheid van talrijke vrijwilligers uit het hele land en zelfs – voor sommigen – van buiten onze landsgrenzen.”