/ 01/06/2021
In dialoog met Zorgnet-Icuro: “COVID-19 legde belangrijke aandachtspunten bloot”
De keuze voor het type vervoer moet afhangen van de zorgbehoefte van de patiënt en op vlak van betaalbaarheid voor de patiënt is er nog heel wat werk aan de winkel. Dat Zorgnet-Icuro en Belgambu in veel opzichten op dezelfde lijn zitten voor de toekomst van het patiëntenvervoer is duidelijk. “We willen de veiligheid en kwaliteit mee bewaken”, zegt Margot Cloet met overtuiging.
Margot Cloet is gedelegeerd bestuurder van Zorgnet-Icuro. De kennisdelende netwerkorganisatie voor Vlaamse zorginstanties ziet het patiëntenvervoer als een inherent onderdeel van kwalitatieve zorg. Tegelijk is het complexe materie, door de verschillende types vervoer en de bevoegdheden op verschillende niveaus. “De kwaliteit en transparantie van het patiëntenvervoer verbeteren, is teamwerk”, vindt Cloet. “We moeten hier samen met de overheid, maar ook met mutualiteiten, ziekenhuizen, patiëntenorganisaties en vervoersdiensten zelf aan werken. Organisaties zoals Belgambu zijn hierbij een belangrijke partner.”
Ziekenwagendiensten zijn een belangrijke schakel in de geïntegreerde zorg. Ze zijn vaak onderweg met kwetsbare mensen in precaire situaties. Ze moeten bij aankomst in het ziekenhuis de juiste info doorgeven. Verder dienen ze te beschikken over de kennis en de vaardigheden om een patiënt veilig en comfortabel te vervoeren en het eventueel toepassen van eerste hulptechnieken. En dat vraagt om een kwalitatieve opleiding. Margot Cloet: “Dat is een vereiste om te kunnen spreken van veilig en kwalitatief patiëntenvervoer. Het gaat trouwens verder dan kennis van de praktische handelingen en termen. Ook de mentale component is erg belangrijk. Patiëntenvervoer is een ingrijpend moment binnen het zorgproces. Een patiënt moet zich veilig en omringd voelen tijdens zijn of haar verplaatsing.”
Integreren in de zorgverzekering
Vooral de betaalbaarheid van het patiëntenvervoer blijft een aandachtspunt. Dat voelen ze ook bij Zorgnet-Icuro. “Hypercommerciële modellen ten nadele van de patiënt of de ziekenhuizen zijn een probleem”, vindt Margot Cloet. “De mutualiteiten zitten op hun tandvlees wat de terugbetaling vanuit de aanvullende ziekteverzekering betreft. Tegelijk moeten diensten breakeven of soms zelfs met verlies draaien. Dat kan uiteraard de bedoeling niet zijn. Er is nood aan een kostendekkend systeem, dat de materialen en de prestaties correct vergoed worden.”
Voor de patiënt droomt Cloet van een betalingssysteem voor niet-dringend patiëntenvervoer zoals dat vandaag al bestaat voor de dienst 112: een vast remgeld, binnen de verplichte ziekteverzekering. “Eventueel kan daar wat ons betreft nog een inkomensgerelateerde factor aan toegevoegd worden. Maar een transparante basiskost zou zeker een grote stap vooruit zijn. De keuze van het type vervoer mag niet afhangen van de financiële draagkracht van de patiënt. Dat gebeurt helaas wel nog vaak. De kosten van patiëntenvervoer zijn soms hoger dan de kosten van bijvoorbeeld het herstelverblijf. Dat is de wereld op zijn kop. Om die ambitie te verwezenlijken zijn natuurlijk investeringen nodig. En zoals het dan vaak gaat, schuift iedereen de hete aardappel naar elkaar door.”
“Er is nood aan een kostendekkend systeem dat de materialen en de prestaties correct vergoed worden.”
Lessen van Covid
Tijdens de coronacrisis heeft het patiëntenvervoer, zowel dringend als niet-dringend, een belangrijke rol gespeeld. De wisselwerking tussen ziekenwagendiensten enerzijds en ziekenhuizen en woonzorgcentra anderzijds kwam daardoor extra in beeld. “Zeker in de tweede golf hebben we een systeem voor het patiëntenvervoer op poten proberen te zetten dat de ziekenhuizen kon ondersteunen”, legt Margot Cloet uit. “In die wisselwerking trad een groot spanningsveld op. Vooral de communicatie verliep moeizaam. Welke patiënten moeten we hoe vervoeren? Wie gaat mee? Welke info wordt al dan niet overgedragen? Die vragen bleken lastig te beantwoorden. De nabijheid van de familie van patiënten was daar telkens een belangrijke factor in. Die is cruciaal voor het welzijn van de patiënt en dus ook voor onze organisatie.”
De beslissing over patiëntenvervoer kwam in het heetst van de strijd vaker terecht bij mensen die niet gewoon zijn om het vervoer te organiseren. Er waren geen duidelijke protocollen en heel veel stakeholders hielden er uiteenlopende visies op na. “Op de piek hebben we hier ettelijke uren over gediscussieerd”, aldus Cloet. “Hoe pakken we het vervoer tussen ziekenhuizen en woonzorgcentra aan? En wat met een rit tussen het ziekenhuis en de thuissituatie? De denkoefening is zeker nog niet ten einde. Integendeel. We zullen hier de nodige lessen uit trekken en zorgen dat we op dit vlak bij een volgende gezondheidscrisis beter voorbereid zijn.”
Zorgnet-Icuro is vragende partij voor het uitwerken van een kader voor zowel dringend als niet-dringend ziekenvervoer , en met wetenschappelijk onderzoek als basis. Die analyse moet een reeks richtlijnen voortbrengen waarbinnen het patiëntenvervoer goed kan samenwerken met bijvoorbeeld woonzorgcentra en ziekenhuizen. Ook voor het vervoer tussen de ziekenhuizen is er nood aan duidelijkheid. Een duidelijk kader dat de druk van de ketel haalt en alle belanghebbenden ten goede komt, van ziekenwagendienst en zorginstelling tot de individuele patiënt.