/ 01/09/2020
Luc Detavernier over patiëntenvervoer in Brussel: “Resultaat door overleg met alle actoren”
Een commissie die alle stakeholders samenbrengt en een beroepserkenning voor ambulanciers niet-dringend patiëntenvervoer. Er zijn al belangrijke stappen gezet naar een wettelijk kader voor niet-dringend patiëntenvervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. “Maar het werk is nog niet af.”
Na een legislatuur waar alles in het teken stond van de staatshervorming lagen de kaarten van het niet-dringend patiëntenvervoer dooreen geschud op tafel. In 2013 kwam een nieuwe bestuursploeg met ambitie aan de start. Luc Detavernier, kabinetsmedewerker van Didier Gosuin zat mee aan de onderhandelingstafel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Net daar waar de complexiteit van de Belgische politiek zijn hoogtepunt bereikt, zorgen de vergrijzende bevolking en het enorme aantal zorginstelling op een beperkte oppervlakte voor extra uitdagingen.
Kwaliteit en transparantie
De bestuursgroep pakte, samen met de mensen en groeperingen uit het werkveld, een aantal pijnpunten aan. Twee van de belangrijkste: kwaliteit en transparantie. “Iedereen kon toen bij wijze van spreken gewoon zijn gedacht doen”, licht Luc toe. “Mensen zetten hun sirene op en reden te snel, de patiënten werden niet correct behandeld en kregen achteraf een veel te dure factuur. Dankzij een inspectiedienst, met bijhorende sancties, en een beroepserkenning voor de ambulanciers, gekoppeld aan een degelijke opleiding, is de kwaliteit van het vervoer in de toekomst gewaarborgd. En de prijzen moeten overal duidelijk geafficheerd zijn.”
“Een duidelijk kader helpt de kwaliteit te waarborgen.”
De erkenning van het zorgberoep ‘ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer’ is één van de grootste wapenfeiten van de Permanente Overlegcommissie inzake niet dringend ziekenvervoer. Die commissie, opgericht in de afgelopen legislatuur, brengt alle actoren samen rond tafel. “Van politiek en sectororganisaties tot de patiëntenvervoersorganisaties en een vertegenwoordiging van de patiënten”, licht Luc Detavernier toe. “Door met alle stakeholders te overleggen, kan je op termijn veel bereiken.” Het was trouwens Belgambuvoorzitter Kenneth Arkesteyn die de basis legde voor het opleidingsprogramma voor de ambulanciers van niet-dringend patiëntenvervoer.
Een waardevolle synergie
Luc Detavernier is terecht trots op de resultaten van de vorige legislatuur. Toch zijn er nog veel opportuniteiten voor de volgende regering om de wetgeving inzake niet-dringend patiëntenvervoer verder te verfijnen. “Een algemeen tarief, met een terugbetaling via de verplichte ziekteverzekering”, geeft Luc aan. “Dat kregen wij er de afgelopen jaren helaas niet door. Of het aanbod van vrijwilligersvervoer bijvoorbeeld. Dat moet geen of/of-, maar een en/en-verhaal zijn. Ik geloof dat een gezonde mix van verschillende vormen niet-dringend patiëntenvervoer de toekomst is. Om cowboypraktijken uit te sluiten, moeten ook de echte vrijwilligers een duidelijk kader hebben. Denk maar aan opleiding, tarieven en kostenvergoeding. Dat zou de draagkracht van het niet-dringend patiëntenvervoer vergroten, maar ook betekenen dat een patiënt steeds het juiste type vervoer voor zijn zorgnood ontvangt. Van een vrijwilliger in zijn wagen tot een personeelslid in een ziekenwagen.”